Home  |  Bedrijf   |   Oplossingen   |   Referenties   |   Nieuws  |   Support  |  Contacteer ons

Oktober 2005 

Er staan twee modules ter beschikking voor het berekenen van mobiele lasten, de esas.02 – mobiele lasten op raamwerken en oppervlakten en esas.03 – geavanceerde mobiele lasten op raamwerken en oppervlakten.

Deze twee modules bieden de allernieuwste oplossing voor de berekening van structuren die aan mobiele lasten onderhevig zijn (bruggen, kraanbanen, enz.). Deze modules omvatten het volledige ontwerpproces zoals dat vandaag bij ontwerp van bruggen gebruikelijk is: met vrij te definiëren laststelsels, berekening van de omhullende, berekening van resultaten in geselecteerde punten, …

De module genereert invloedslijnen / -zones voor een mobiele last die zich langs een gegeven baan beweegt. De richting en intensiteit van de bewegende eenheidslast kunnen gewijzigd worden. Verder is het mogelijk om gedefinieerde lastsystemen op berekende invloedslijnen te positioneren. Voor deze posities worden kritieke posities gevonden. Dit wordt gebruik van invloedslijnen genoemd. Het is mogelijk om automatisch de omhullende van de meest ongunstige effecten te berekenen. Diverse lastsystemen maken uitgebreidere berekeningsmogelijkheden mogelijk.

De eerste stap in “mobiele last berekening” is de definitie van de baan waarlangs de mobiele last beweegt. De baan wordt grafisch gedefinieerd.

In de tweede stap moet het lastsysteem gedefinieerd worden. Het is mogelijk om nog bijkomende opties te definiëren:

• invoer van een beperkte looplengte op het traject,
• invoer van een vermenigvuldigingscoëfficiënt voor de resultaten , voor alle resultaten uitgezonderd hun respectievelijke vervormingen (impact coëfficiënt).

Het omhullende resultaat is opgeslagen in een reeks van belastingsgevallen die de maximum en minimum waarden van de componenten van de interne krachten en verplaatsingen bevat.

De omhullende resultaten kunnen met andere belastingsgevallen gecombineerd worden om de uiteindelijke extreme krachten en verplaatsingen te kunnen vinden. Deze combinaties worden gebruikt voor wapeningsontwerp of voor de spannings- en stabiliteitscontrole van staalstructuren.

Twee vooraanstaande Zwitserse staalconstructeurs, beide trouwe gebruikers van SCIA-software, hebben zich recentelijk onderscheiden door het binnenhalen van enkele prestigieuze prijzen. Het betreft hier de Zwitserse staalbouwer Zwahlen & Mayr, die voor het museum “Zentrum Paul Klee” gehonoreerd werd met de Zwitserse staalbouwprijs "Prix Acier 2005", terwijl de staalbouwer Mauchle Metallbau, met het kantoorgebouw "La Ferriera", de Europese Staalbouwprijs 2005 in de wacht sleepte.

Alle twee jaar wordt de Zwitserse staalbouwprijs aan een in het oog springende constructie, waarbij de grondstof staal als architectonisch uitdrukkingsmiddel aangewend is, toegekend. Het doel ervan is het bevorderen van de Zwitserse vakkundigheid op het gebied van staalconstructies en sensibiliseren met betrekking tot het technische potentieel en de architectonische uitdrukkingsmogelijkheden van staal in gebouwen.

Na evaluatie door een uitgelezen vakjury werden in totaal 4 projecten genomineerd voor de „Prix Acier 2005“; het Centrum Paul Klee in Bern (CH) was er een van.

Bouwheer: Maurice E. en Martha Müller Foundation, Bern
Architect: Renzo Piano Building Workshop, Paris
Staalbouwer: Zwahlen & Mayr SA, Aigle

Het ‚Centrum Paul Klee’ van Bern kan het best uitgedrukt worden als een virtuoos gebaar – enerzijds een hommage aan de poëtische lichtheid van de schilderijen van Paul Klee, anderzijds aan de betoverende heuvelruggen van de Vooralpen. ‚Een verlengstuk aan het landschap construeren’, was het idee van Renzo Piano, de architect. Hij heeft de indruk gecreëerd dat het gebouw uit de weiden oprijst. In de 3-delige golfvormige constructie werd 1'200 ton staal gebruikt, 40 km naad werd handmatig gelast: een uit het oogpunt van vakbekwaamheid buitengewone prestatie. De complexe, maar tegelijkertijd ook duidelijk afleesbare vormspraak, staat in wisselwerking met de constructie, die op een uitstekende wijze het potentieel van staal voor individuele en complexe raamwerken met grote overspanningen aantoont. Onder de reusachtige gewelven ontplooien zich de ruimtes voor actieve kunstbeschouwing.