Via de module "Objectmanager" kunnen objectgegevens en attributen geëxporteerd worden naar het xac-formaat. Dit formaat kan in externe programma's, zoals Microsoft Excel, geopend en bewerkt worden. Door het bestand opnieuw te importeren in Allplan worden de wijzigingen doorgevoerd.
Balken in grondplan nummeren
In de schermafbeeldingen is het 3D model en het grondplan van een kantoorgebouw te zien. Hierbij is er aan de balken een gebruikersattribuut "Balknr" toegevoegd. Dit balknummer heeft voor alle elementen voorlopig de standaardwaarde "B 1.01". Er is eveneens een bijschrift van dit balknummer bij elke balk geplaatst.
Om de balken oplopend te nummeren kan de Objectmanager gebruikt worden.
- Kies de functie Objectmanagerbestand exporteren uit de module Objectmanager. Bepaal in het dialoogvenster de naam en het opslagpad voor het xac-bestand.
- Maak een selectie van de balken, eventueel door het gebruik van een filter.
- Open het bestand in Microsoft Excel en pas de balknummers aan. Handig is hierbij gebruik te maken van het automatisch nummeren. Eventueel kan er vooraf gesorteerd worden op een bepaalde kolom om de volgorde van de balknummers te beïnvloeden. Sla het bestand op.
- Kies de functie Objectmanagerbestand importeren en selecteer het xac-bestand.
Na het importeren van het bestand zijn de aangepaste balknummers zichtbaar.
Opmerkingen
- Attributen zoals materiaal, werk of gebruikersgedefinieerde attributen kunnen bewerkt worden in Excel. Geometrische attributen kunnen niet op deze manier geïmporteerd worden.
- Bij SmartParts is er wel de mogelijkheid de geometrie te beïnvloeden. Hiervoor moet een attribuut van Allplan gekoppeld worden aan een parameter in het SmartPart.
- Het is mogelijk een nieuwe Excel kolom aan te maken in het xac-bestand, deze kolom creëert bij import een nieuw gebruikersgedefinieerd attribuut.
- Om attribuutwaardes volledig te wissen is het niet voldoende om de celinhoud te wissen. Geef de waarde "<delete>" in de cel in.
|